— Culinair —

Granada is één van de provincies gekend voor de gratis "tapas". Bij elk alcoholisch drankje krijg je telkens weer een andere gerechtje. Op die manier laat elke bar en restaurant je van hun keuken meeproeven.

Rondom het meer vind je de restaurants "el Molinillo", de "camping Los Bermejales" en bar Emilio "El Nota".

In Alhama De Granada heb je nog meer keuze. Fijne tapas krijg je in "La Placeta" en héél typisch Spaans is het dan weer in de bar "El Tigre".

Vanuit Alhama De Granada wandel je door een kloof naar de restaurant "El Ventorro" of "El Pato Loco". In de zomer kan je daar genieten van een buitenzwembad, in de winter van sauna en turks bad.

De gastronomie van de gewesten van Granada kent een grote verscheidenheid. Aan de Costa Tropical zijn vis, schaal- en schelpdieren en exotisch fruit de belangrijkste ingrediënten. Het meest traditionele gerecht in Motril is ajo cabañil, op laag vuur gestoofd geitenvlees. Door het tropisch microklimaat groeien er in deze streek veel exotische vruchten, zoals mango, chirimoya, banaan, papaja en avocado, die worden gebruikt in salades en desserts.

Het traditionele gerecht in La Alpujarra is de plato alpujareño, een combinatie van aardappelen, gebakken eieren en verschillende soorten worst en ham. Een ander gerecht is migas op basis van griesmeelbrood, groenten en vlees. In Trevélez vindt men behalve de befaamde rivierforel, de lekkerste gedroogde serrano hammen van Andalusië. In de Alpujarras wordt een eigen notenlikeur geproduceerd. Het natuurlijke bronwater uit Lanjarón wordt in heel Spanje gedronken.

Het hoofdingrediënt van El Antiplano is het lamsvlees van Segura, dat samen met andere soorten vlees, bonen en andere groenten wordt verwerkt in stoofpotten en maaltijdsoepen. Tijdens de wintermaanden worden er in familiekring worsten bereid.

El Poniente staat bekend om haar worstcultuur. Vooral de chorizo en bloedworst (morcilla) uit Montefrío worden landelijk geroemd. De morcilla wordt vaak gebruikt in stoofpotjes.

De gastronomie van Granada heeft duidelijke Arabische kenmerken, die naar voren komen in het gebruik van kruiden en de bereidingswijze, maar vooral in de patisserie en nagerechten. Bekende gerechten zijn papas a lo pobre, met ei en aardappel, knoflooksoep of de olla de san Antón, een stevige stoofpot met bonen, varkensvlees, spek en bloedworst. Vooral de stoofpotten van de wijken Sacromonte en El Albayzín hebben elementen uit de Nazaritische periode. De inwoners van Granada hebben een duidelijke waardering voor de zoete lekkernijen van de kloosterzusters, zoals bizcochos borrachos, huesos de santo, pestiños de la Encarnación en hojaldres de los Jerónimos. Op de markten vind je veel vruchten als kweeperen, granaatappels en vijgen die in desserts en patisserie worden verwerkt. Uit het nabijgelegen Santa Fe komt piononos, een cake met bakkersroom gedrenkt in suikersiroop.